Coronavirus
SKDH: ‘Kinderopvang heeft onnodig in onzekerheid gezeten’, rechter oordeelt in voordeel ministerie
Er is onvoldoende gezorgd voor kinderopvangorganisaties toen in 2020 tijdens de pandemie besloten werd om bijna alle sectoren te sluiten maar wél noodopvang te openen. Dit zegt directeur Joost Korver van Stichting Kinderopvang Den Helder, die bezwaar maakte bij de Raad van State. Hij stelt dat de regeling Werktijdverkorting (wtv) voor de kinderopvangsector nooit vervangen had mogen worden door de Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), terwijl de kinderopvang niet geheel dicht ging. Dit beleid zorgde volgens Korver voor veel onzekerheid onder medewerkers. De Raad van State oordeelde in het voordeel van de overheid, maar zegt 'volstrekt begrip' te hebben voor de opvangorganisatie.
Antwoorden op vragen naar aanleiding van ‘COVID-19 onderwijs en kinderopvang’
Afgelopen zomer zijn er door de overheid sectorplannen opgesteld over hoe om te gaan met een opleving van het coronavirus in onderwijs en kinderopvang. Het kabinet wil ditmaal te allen tijde voorkomen dat scholen en kinderopvang gesloten worden. Naar aanleiding van de sectorplannen hebben enkele fracties vragen gesteld. De belangrijkste vragen over de kinderopvang en het primair onderwijs, en de antwoorden van de ministers, hebben we uitgelicht.
Over coronavirus
Werken in de kinderopvang
Het coronavirus zette niet alleen de wereld stil maar had ook grote impact op de kinderopvangsector. Er werd in korte tijd noodopvang gerealiseerd en pas half mei ging de kinderopvang gedeeltelijk weer open. Sinds 8 juni draaien de dagopvang, bso en gastouderopvang weer op volle toeren maar alles is anders.
De opvang moest worden ingericht op anderhalve meter afstand houden tussen de volwassenen en er is veel geklaagd over de samenwerking met scholen. Ook kwam er een hoop gedoe over kinderen met snotneuzen die al dan niet geweigerd worden.
